Quilten kan zowel met de hand als machinaal.
De gekozen werkwijze is vaak afhankelijk van de toplaag van de quilt. Als dit een Patchwork is, dan kunnen de quiltsteekjes ter accentuering rond de blokpatronen, outline quilten ofwel echo quilten, worden gemaakt of juist in de naad van de blokranden, quilten in the ditch, zodat de quiltsteek juist niet opvalt.
Bij applicatie-quilts worden één of meerdere lapjes stof op een effen top genaaid. Hierom heen worden motieven gequilt.
Als de top 1 grote lap stof is, kan het door middel van het quilten worden versierd. Dit kan bijvoorbeeld met de white work-quilt. Dit is een witte top welke met wit garen in fijne steekjes wordt gequilt.
Trapunto of Zaans stikwerk is een reliëftechniek die ook gebruikt wordt bij het quilten. De motieven worden dan extra opgevuld met katoenen draden, waardoor het lijkt of ze boven op de stof liggen.